Willem van der Veer 

Majoor b.d., lid van No 2 Dutch Troop en erelid COV Gld
Drager van o.a. de Bronzen Leeuw en het Verzetsherdenkingskruis 
 
Overleden op 9 september 2009 te Alphen a/d Rijn in de leeftijd van 92 jaar.
  
 
 
 
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was Willem van der Veer als Marechaussee gestationeerd te Roosendaal. In die tijd was de marechaussee een soort Rijkspolitie met militaire trekjes. Op de derde dag van de oorlog werd hij met zijn collega’s naar Zeeuws Vlaanderen gedirigeerd om aldaar Koningin Wilhelmina te beschermen. Zoals bekend kwam de koningin daar nooit aan en met zijn collega’s begon hij op de dienstfiets aan een Tour de France die eindigde in Brest met het aan boord gaan van de Prinses Beatrix, een luxe passagiersschip van de maatschappij Zeeland. Na vele verwikkelingen kwam hij via de Prinses Irenebrigade precies op zijn 25e verjaardag als vrijwilliger terecht in de eerste commando-opleiding die leidde tot de oprichting van No 2 Dutch Troop. In december 1943 vertrok de troop naar India. Bij loting werd hij met een viertal collega’s uitverkoren om ingezet te worden met de Engelse commando’s bij Arakan in Burma. Hier werden zware gevechten geleverd met de Japanners en Arakan is dan ook één van de namen op ons korpsvaandel. Na acties aan het front in Assam keerde hij terug bij No 2 Dutch Troop om in augustus 1944 terug te keren naar Engeland om deel te nemen aan de bevrijding van Nederland.
 
 
 
 
Met een achttal collega’s werd hij aangewezen om, na een korte opleiding aan de agentenschool, boven Nederland geparachuteerd te worden. Samen met de commando’s Michels, De Koning en de Belgische adjudant Groenewoud wordt hij in de nacht van 11 oktober 1944 gedropt bij Veenhuizen. Aanvankelijk gaf hij in de avonduren in politie-uniform les in wapens en sabotagemethodes aan de ondergrondse. Later verbleef hij met de ondergrondse diep in de bossen bij Appelscha. Min of meer toevallig stootte hij bij een nachtelijke oefening met de ondergrondse op de Franse para-eenheden die in de nacht van 7 op 8 april 1944 op verschillende plaatsen boven Drenthe waren afgeworpen.
 
Een vuurgevecht werd ternauwernood voorkomen. De Fransen hadden als opdracht om het Duitse hoofdkwartier te Westerbork te overvallen, voor Van der Veer bekend terrein. Op 8 april vond de succesvolle aanval bij verrassing plaats waarbij Van der Veer optrad als gids. Voor zijn moedige en beleidvolle daden werd de toenmalige sergeant van der Veer onderscheiden met de Bronzen Leeuw. Terug in Engeland werd hij bevorderd tot luitenant en kort daarna vertrok hij met enkele andere leden van No 2 naar Colombo om het Korps Insulinde te versterken. Terug in Nederland werd hij geplaatst op de Stormschool Bloemendaal.
 
In 1948 kreeg hij de opdracht om een nieuwe locatie te verkennen voor de stormschool. Op zijn Harley Davidson bezocht hij achtereenvolgens Steenwijk, Nijmegen, Grave en Roosendaal. De keuze viel op Roosendaal waar het Korps Commandotroepen nog steeds gelegerd is. Ongetwijfeld maakte hij toen dus de juiste keus! Hij diende daarna nog in verschillende functies in het voormalig Nederlands Indië, o.a. bij de School Opleiding Parachutisten en als compagniescommandant in Korea. Over die verschrikkelijke belevenissen in Korea schreef hij later het boek "Wij bidden om de dageraad”. Na zijn actieve loopbaan als beroepsofficier doceerde hij nog een tiental jaren maatschappijleer aan de politiescholen te Leusden en Arnhem. Willem van der Veer genoot ook bekendheid als schrijver. In 1948 al was het boek "Onder de vlag der commando’s” uitgegeven. Later volgde het al eerder genoemde "Wij bidden om de dageraad”. Op zijn zestigste pakte hij het schrijverschap weer op en vrij kort achter elkaar publiceerde hij een zevental verzetsromans met een historische- en vaak ook autobiografische achtergrond. 
 
Tijdens een interview voor De Groene Baret in 1991 werd hem gevraagd waar hij het meest aan denkt bij zijn herinneringen aan de oorlogsperiode. Het antwoord: "Niet de strijd, niet het avontuur, noch de spanning noch de pijn. De kameraadschap, dat was het meest waardevolle, dat stond bovenaan. Angst en avontuur zijn allang vergeten, de kameraadschap is gebleven tot op de dag van vandaag”. Woorden van een commando pur sang, een commando van het eerste uur, één van de mannen die een belangrijk stuk geschiedenis van ons Korps gestalte hebben gegeven en een voorbeeld waren voor de generaties commando’s die volgden.
 
Bij de crematieplechtigheid op dinsdag 15 september 2009 was een delegatie van het Korps Commandotroepen/Commandostichting, COV Gelderland en COV Zuid-Holland aanwezig.

 
Rust in vrede